Minder werk door Corona? Vraag werktijdverkorting aan!

header-img

Wat moet een ondernemer in de bouw doen, als het Corona-virus zorgt voor minder werk binnen uw organisatie? Het antwoord: werktijdverkorting
 
Het coronavirus is niet een omstandigheid behoort dat niet tot het normale ondernemersrisico. De werknemers die als gevolg van de omstandigheden tijdelijk geen werk krijgen aangeboden, kunnen dan een ww-uitkering krijgen wegens werktijdverkorting. Voordat dat mogelijk is, moet de werkgever eerst een vergunning voor werktijdverkorting aanvragen bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.. Op basis van deze vergunning kan voor (een deel van) het personeel een WW-uitkering worden aangevraagd.
 
De werktijdverkorting in verband met het de uitbraak van het COVID-19-virus wordt inmiddels in de volksmond een corona-uitkering genoemd. Specifieke cijfers voor bouwondernemingen zijn er nog niet, maar op 12 maart is dit de stand van zaken met aanvragen met als reden het coronavirus:
– 394 aanvragen toegewezen (4955 werknemers);
– 158 aanvragen afgewezen (1979 werknemers);
– 1877 nieuwe of nog af te handelen aanvragen.
 
Voorwaarden voor werktijdverkorting
Naast het feit dat sprake moet zijn van buitengewone omstandigheden die niet tot een normaal ondernemersrisico kan worden gerekend, in dit geval de corona-uitbraak, moet naar verwachting voor een periode van minimaal 2 tot maximaal 24 kalenderweken minstens 20 procent minder werk voorhanden zijn.
De vergunning wordt niet met terugwerkende kracht verleend. Eventuele werkvermindering in de periode vóór de aanvraagdatum valt dus niet onder de vergunning.
 
Reikwijdte
Alleen werknemers voor wie een loondoorbetalingsplicht geldt, kunnen onder de werktijdverkortingsvergunning vallen. Dat houdt in dat uitzendkrachten, mensen met een voorovereenkomst en oproepkrachten zonder een minimaal vast aantal uren niet onder de regeling vallen.
Bij de aanvraag wordt bovendien getoetst of het personeelsbestand is afgestemd op de voor het bedrijf redelijkerwijs te verwachten normale behoefte. Anders moet de werkgever andere maatregelen nemen, zoals het aanvragen van ontslagvergunningen. Dit laatste is het geval als het gaat om een structurele werkvermindering.
 
Aanvraag en duur
De vergunning voor werktijdverkorting wordt toegekend voor een periode van ten hoogste zes weken. Immers, als wordt verwacht dat de verminderde bedrijvigheid langer duurt, zou geen werktijdverkorting zijn toegestaan, maar zou het bedrijf andere maatregelen moeten nemen, bijvoorbeeld het aanvragen van ontslagvergunningen. De periode van zes weken kan drie keer worden verlengd tot een totale maximale termijn van 24 weken; dan moet de productie weer normaal zijn.
Zodra de vergunning verleend is, moet dit gemeld worden aan het UWV via het daarvoor bestemde formulier ‘Melding werktijdverkorting’. Bij het UWV kan dan, voor de werknemers die aan de voorwaarden voor toekenning van een uitkering voldoen, een WW-uitkering worden aangevraagd. De toegekende WW-uitkeringen worden niet aan de werknemers betaald, maar rechtstreeks aan de werkgever.
Bedrijfseconomisch ontslag
Als werktijdverkorting geen soelaas biedt en de gevolgen van het coronavirus voor de bedrijfsvoering dermate – negatief én structureel – ingrijpend zijn dat inkrimpen van het personeelsbestand onvermijdelijk is, komt mogelijk een ontslag op grond van bedrijfseconomische redenen in beeld.
 
Bij een ontslag op bedrijfseconomische gronden verloopt de procedure via het UWV. Bij een ontslagaanvraag via het UWV moet aannemelijk worden gemaakt dat het treffen van maatregelen die leiden tot het structureel vervallen van arbeidsplaatsen (dat wil zeggen, bezien over een toekomstige periode van 26 weken) noodzakelijk zijn voor een doelmatige bedrijfsvoering.
Bij een ontslag wegens bedrijfseconomische redenen wordt de ontslagvolgorde vastgesteld aan de hand van het afspiegelingsbeginsel. Toepassing van het afspiegelingsbeginsel komt erop neer dat binnen vaste leeftijdsgroepen onderscheid wordt gemaakt op basis van het aantal dienstjaren. Per leeftijdsgroep komen binnen een categorie uitwisselbare functies de werknemers met het kortste dienstverband het eerst voor ontslag in aanmerking.
 
Uitzonderingen en afwijkende regels gelden voor werknemers die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt, voor oproepkrachten en voor werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd.
 
Arbeidsongeschikte werknemers, waaronder diegenen met het coronavirus, blijven bij een ontslag op grond van bedrijfseconomische redenen buiten schot. Zij komen alleen voor ontslag in aanmerking bij een algehele sluiting van de onderneming.
 
Zinvolle en onzinnige preventiemaatregelen:
 
Zinvol
  • Veel vaker dan je normaal doet goed handen wassen en desinfecterende gel gebruiken
  • Hoest en nies in de binnenkant van je elleboog
  • Gebruik papieren zakdoekjes en gooi die meteen weg
  • Zo min mogelijk je gezicht aanraken
  • Geen handen schudden
  • Feitelijke informatie geven aan je personeel
  • Voor werkgevers: alert blijven op aanwijzingen van de overheid
 
Onzin
  • Temperatuur opnemen van personeel
  • Preventief testen op het virus
  • Mondkapjes dragen als je niet ziek bent
  • Binnen blijven en voedsel hamsteren
 
De adviezen ter voorkoming van verspreiding kunnen per dag veranderen. Op de site van het RIVM vind je de laatste stand van zaken.
 
Bron:Cobouw.nl