Nieuwe MBO-module veiligheid in de bouw

header-img
 
Veiligheid op de bouw is veel meer dan weten hoe je je jezelf zekert bij het werken op grote hoogte. Het is een zaak van bewustwording, houding en gedrag. Echte veiligheid ontstaat pas als het belang daarvan is doorgedrongen tot elke vezel van iedereen die op de bouwplaats werkt. Dit inzicht staat centraal in de nieuwe MBO-module veiligheid voor het beroepsonderwijs in de bouw. Het is heel belangrijk dat dit inzicht in de opleiding verankerd wordt voor alle vakmensen die straks de bouwplaats betreden en een lange loopbaan in de bouw starten.

 

De nieuwe module is woensdag 26 juni door Maxime Verhagen, voorzitter van Bouwend Nederland, en Marc Kuipers, de inspecteur-generaal van de Inspectie SZW symbolisch aangeboden aan de ROC’s en de opleidingsbedrijven in de bouw- en infrasector. Zij worden vertegenwoordigd door Paul van Maanen, bestuurslid van ROC Midden-Nederland en Hans van Gestel, directeur opleidingsbedrijf Bouwmensen Eindhoven en Tilburg.

 

Veiligheid in de bouw

Lesstof ontwikkeld mét de sector
De module is een initiatief van de Taskforce Veiligheid & Arbeidsomstandigheden van Bouwend Nederland. De lesstof werd ontwikkeld door Concreet Onderwijsproducten in nauwe samenwerking met adviesbureau Aboma en de Vakgroep Opleidingsbedrijven. De module die door zowel studenten als leermeesters gebruikt zal worden heeft naast de gebruikelijke aandacht voor praktische vaardigheden een sterke focus op gedrag en cultuur rondom veiligheid.
 
Module nu beschikbaar voor het onderwijs
Met ingang van het schooljaar 2019-2020 is de module Veiligheid in de bouw en infra beschikbaar voor het beroepsonderwijs. De module ging onlangs live en in de eerste week werden 95 licenties uitgereikt. De verwachting is dat er komend studiejaar 2.000 studenten met deze module zullen gaan werken. Daarnaast zullen ook de leermeesters van de leerbedrijven de nieuwe lesstof gaan gebruiken.

“Veiligheid binnen de bouw is inmiddels in tal van wetten en procedures verankerd. Het is zaak om te zorgen dat de mensen op de bouwplaats bewust omgaan met veiligheid en hierbij de juiste houding en gedrag tonen. Ze kunnen daar niet vroeg genoeg mee beginnen. Ik ben dan ook blij met deze nieuwe module. Deze brengt de vakmensen van straks niet alleen praktische kennis bij op het gebied van veiligheid maar zet in op de ontwikkeling van een veiligheidscultuur die start bij de bron, de bouwers van morgen.”, aldus Maxime Verhagen.

 

Marc Kuipers spreekt het vooral aan dat de module jongeren zelf in hun kracht zet en hij roept ze op om daar goed gebruik van te maken. “Wees geen meeloper. Als je een vraag hebt over de veiligheid in een bepaalde situatie, stel die gewoon. Er zijn geen domme vragen, alleen domme antwoorden. En respect verdien je zelf. Niet door je alleen maar aan te passen aan wat je denkt dat normaal is, maar ook door het ter discussie te stellen en waar nodig nee te zeggen. Een rechte rug krijgt het meeste respect.” Kuipers roept daarnaast de branche op om de jongeren op de werkplaats ook echt serieus te nemen: “Het succes van deze module hangt sterk samen met de gelegenheid die jongeren krijgen om zichzelf uit te spreken. Bied ze die ruimte en doe er je voordeel mee.”

 
De Module
De module is geheel digitaal en bestaat uit verschillende onderdelen. Het eerste is de test ‘Hoe veilig ben jij?’. Deze test gaat over het bewustzijn van risico’s en geeft de student inzicht in de eigen manier van werken. Via de online-toepassing van de module maakt de student een virtuele rondgang over de bouwplaats, waarbij op verschillende wijzen naar veiligheid kan worden gekeken. Gedrag en bewustwording staan hierin centraal.

Daarnaast ontvangt de student een app. Maandelijks worden er via deze app korte opdrachten verzonden waarin de top 10 risico’s in de bouw centraal staan. Door gedurende een langere tijd bezig te zijn met deze opdrachten op de bouwplaats onder begeleiding van de leermeester, wordt er gewerkt aan veiligheid in relatie tot bewustwording en gedrag.

De resultaten van de test en de opdrachten komen samen in de zogenaamde digitale trajectmap van de leerling: de werkgever, de leermeester en de docent kunnen dan regelmatig met de student de voortgang bespreken.
 

Bron: BouwendNederland